Europa verbiedt de verkoop van voertuigen die op gas rijden vanaf 2035 in een zet die gunstig kan zijn voor China
Na een debat van 15 maanden, waarin veel werd onderhandeld met de Duitse, Franse en Italiaanse autofabrikanten, zijn de Europese wetgevers het eens geworden over een wetgevingsvoorstel voor een verbod op de verkoop van voertuigen met verbrandingsmotor. Het verbod op de verkoop van nieuwe voertuigen met een gasmotor zal in 2035 ingaan, net als het onlangs door ingevoerde Californische mandaaten omvat zowel auto's als bestelwagens.
Het nieuwe Europese mandaat luidt de doodsklok voor de verbrandingsmotor die daar al bijna 150 jaar voertuigen aandrijft, en "geeft een sterk signaal af aan de industrie en de consumenten: Europa omarmt de verschuiving naar emissievrije mobiliteit", aldus Timmermans, hoofd van het Green Deal-initiatief.
Na vier uur onderhandelen op donderdagavond laat is de Europese Commissie erin geslaagd haar voorstel goed te keuren dat in wezen alle bekende autofabrikanten van het oude continent op een zeer agressief pad naar verandering zet. Ze moeten nu in iets meer dan tien jaar tijd hun portfolio volledig herzien na fel verzet van Italiaanse sportwagenfabrikanten of de Fransen die ook na 2035 plug-in hybrides willen blijven verkopen.
Het moeilijkste was om Duitsland, waar miljoenen mensen in de auto-industrie werken, te overtuigen, maar het mandaat was verrassend eenvoudig op te stellen en aan te nemen. Een interne ruzie tussen de Duitse politieke partijen heeft de Europese Commissie de relatief gemakkelijke overwinning opgeleverd, ondanks de enorme uitdagingen die voor haar liggen.
Hoewel de geleidelijke afschaffing van voertuigen op gas geleidelijk zal verlopen, met vaste termijnen bij elke stap, vinden velen het tijdschema te ambitieus. Bovendien, als alleen Europa tegen 2035 de verbrandingsmotor opoffert, zal dit weinig bijdragen tot een vermindering van de totale vervoersemissies, aangezien die in landen buiten de EU na die datum nog steeds kunnen toenemen
Er is ook de kwestie van de aanleg van ultrasnelle laadinfrastructuur voor elektrische auto's, of wat te doen met de miljoenen oude voertuigen die niemand zal willen kopen. Sommige critici beweren ook dat de stap uiteindelijk in het voordeel kan zijn van China, dat veel verder staat dan wie dan ook met zijn EV- en batterijproductie-industrie, en waarvan de bedrijven al terrein winnen op de Europese markt.
